17.10.08

Familie Blokker in verwarring

We zijn een vervelend volkje, vindt de familie Blokker. Zolang we hen niet stoorden ging het goed, maar nu we niet meer zwijgen, maken we de heren chagrijnig.

We leven deze week in de week van de geschiedenis en dat zullen we weten ook. Naast tal van lokale activiteiten staat aanstaande zaterdag de Nacht van de Geschiedenis in hotel Krasnapolsky in Amsterdam op de agenda, het boek van Luuc Kooijmans over de zeventiende-eeuwse wetenschapper Jan Swammerdam is net verkozen tot het beste historische boek, en er zijn twee televisieseries over de Nederlandse geschiedenis van start gegaan: Verleden van Nederland en Nederland in 12 moorden, die de komende weken iedere zondagavond op Nederland 2 te zien zijn.

De TELEAC-serie over de twaalf Nederlandse moorden is gebaseerd op het gelijknamige boek van de familie Blokker, vader Jan (oud-columnist van de Volkskrant) en zonen Jan jr. (leraar/publicist) en Bas (NRC-journalist). Dat boek gaat over de Nederlandse identiteit. Maar die bestaat niet, zo luidt niet alleen de conclusie maar ook het uitgangspunt van het boek. ‘Als volk zijn we vaak een stuk onnederlandser geweest dan we misschien dachten’, is de moraal. Maar het oordeel over de Nederlandse burger valt in het boek vaak heel wat vinniger uit dan in deze milde correctie.

Dat er zoveel behoefte bestaat aan iets eigens, een identiteit, komt omdat we veel zekerheden hebben verloren, leggen de auteurs geduldig uit. Onze gulden en nationale zelfstandigheid hebben we verloren aan de Europese Unie, de iconen van onze handel en nijverheid aan de globaliserende economie en onze straten, buurten, scholen en dorpen zijn door de komst van niet-westerse immigranten onherkenbaar veranderd.
Nu zien we onszelf graag als verdraagzame en vreedzame polderaars, zonder vrees voor het vreemde of onbekende. Maar dat is een constructie waar helemaal niets van klopt. We zijn een bij tijden hysterisch volkje, xenofoob en intolerant. De twaalf moorden die de Blokkers beschrijven bewijzen dat, menen zij. En je hoeft tegenwoordig alleen maar naar bepaalde tv-programma’s terug te kijken, zoals Buren of De Rijdende Rechter om te zien hoe ‘doorsneeburgers’ staaltjes van onze volksaard tonen: ‘hebzuchtig, zelfgenoegzaam, verongelijkt, onverzoenlijk’.

Niets is zo veranderlijk als onze identiteit, zegt de firma Blokker. Maar tegelijk, beweren de Blokkers, is dat onaardige en rancuneuze de kern van die identiteit. Er wordt zelfs geen poging gedaan die tegenstrijdigheid uit te leggen.

Niks is volgens de Blokkers zo Nederlands als het Fortuynisme. Toch ontbreekt de moord op Pim Fortuyn in dit boek. Ook dat wordt niet verantwoord. Zou het zijn omdat de twaalf beschreven moorden de ‘onverdraagzaamheid, hysterie of vreemdelingenhaat’ van het klootjesvolk zouden illustreren, terwijl het bij Fortuyn om de moord gaat van een klootjesvolktribuun door een puinruimer van de elite?

De goede lezer weet nu al hoe laat het is. Dit boek is het werk van drie heren die zichzelf als meedogend progressief zien, terwijl ze in hun praktische stellingname op een elitaire manier volksvijandig zijn.

Jan Blokker (1927) is van mening dat hij en zijn kameraden niet meer ‘onder ons’ verkeren en zegt dat hij zich daardoor ‘belaagd’ voelt.

In de woestijn van de cultuur van de ‘doorsneeburger’ was er altijd een oase: zijn ‘eigen krant’, de Volkskrant, die ‘warme krant’ waaraan hij als koning der columnisten bijna veertig jaar lang zijn stilistische meesterwerkjes heeft bijgedragen. Die krant was weliswaar rooms (geweest), maar had zich losgemaakt van de kerk en van de vakbeweging. Sindsdien waren ze onder ons geweest, hij en zijn vrienden, de bovenlaag, en de meerderheid (de rest) van de bevolking was zo vriendelijk geweest beleefd te zwijgen.

Blokker vertelde het Jan Tromp in een interview dat op 27 september in de Volkskrant stond.

Maar toen kwamen Fortuyn en Van Gogh, en Wilders en Verdonk en Paul Scheffer, de straat ging zich roeren, de revolutie begon te dansen, en de oude bovenlaag werd in haar oase belaagd en staat nu zelfs op het punt de strijd op te geven.

Kinneging en Livestro hebben de jaren zestig en zeventig al weg gemitrailleerd, en iedereen die in de jaren tachtig iets fouts heeft gedaan moet nu op de knieën. Zo is het de gehele Nederlandse geschiedenis gegaan: er is een bepaalde status quo, een klein groepje komt die abrupt veranderen en de meerderheid past zich aan. Toen Blokker en zijn bovenlaagse vrienden de boel overnamen en de meerderheid bleef zwijgen, was er ‘onder ons’ niets aan de hand natuurlijk. Maar nu een nieuw clubje mensen die meerderheid een stem geeft, worden de heren een beetje chagrijnig.
Blokker en de zijnen rest niets dan de woestijn. ‘Het gaat snel’.

Het begon al in 2006, toen Blokker na een conflict met zijn krant – die ‘in het spoor van Hendrik Jan Schoo op de boot van Afshin Ellian en Leon de Winter’ stapte – naar nrc.next overstapte. En nu moet hij toezien hoe zijn oude krant zich ontpopt als de doorstart van Opinio, dat ‘malle en mislukte blaadje’, vol geschreven door ‘enge mensen’ als Andreas Kinneging en Jaffe Vink.

Wie dit leest, moet even terugdenken aan het interview dat Blokker in december 2004 aan Vrij Nederland gaf en waarin hij zei: ‘Wie nu in de war is, was dat altijd al’.

Blokker was toen zelf nog net zo eng als Jaffe Vink, overigens. Hij geloofde niet ‘dat al die moslims zulke aardige mensen zijn. Als blijkt dat er op allerlei plaatsen Van de Ven-achtige malloten rondhangen, zeg ik: sjoemel maar even met de rechtsstaat en pak ze op.’

Gelukkig maakt hij nu deel uit van de wereld van NRC Handelsblad, en is daar weer een beetje onder zijn bovenlaagse ons. Want bij NRC lopen nog essayistisch denkende mensen die vanuit een grote distantie schrijven, toonbeelden van intellectuele evenwichtigheid.

Onlangs stond er nog zo’n groots, evenwichtig, met voorbeeldige distantie geschreven essay in. Het ging erover dat hoog opgeleiden naar politiek links gaan, en de onderklasse naar politiek rechts. Ik ben een aantal keren aan dit stuk begonnen, maar het lukte niet. De titel getuigde al van die morele zelfgenoegzaamheid die voor die zwijgende meerderheid zo aanstootgevend werd dat ze de onder-onsers uit hun oase hebben verdreven.

In de Volkskrant stond diezelfde dag een interview met Herman Wijffels waarin hij licht triomfantelijk de ondergang van het kapitalisme vaststelde als gevolg van de kredietcrisis. In diezelfde krant was René Cuperus het met hem eens en Amanda Kluveld niet, en in de krant van de dinsdag erna ging Arie Elshout erop door.

Is deze verblijdende diversiteit te danken aan de doorstart van Opinio in de Volkskrant? Natuurlijk niet. De Volkskrant is de enige landelijke krant die iets heeft geleerd van de revolte van de afgelopen jaren. Daarom staat er nu wel eens een stukje in de krant van iemand die het niet altijd voor de volle 100 procent met Jan Blokker c.s. eens is. Dat Jan Blokker daardoor zo beledigd is dat hij voortdurend gaat zitten mokken over zijn huidige status van vervolgde minderheid, toont aan hoe kleinzielig zijn ‘onder ons’ was, en hoe overbodig ze in hun verwarring zijn geworden.

No comments: